VORMSEL 2020
2 februari
Lichtmisviering
AN INCLUSIVE COMMUNITY FOR ALL WHO
'Je bent pas echt kaars als je brandt voor een ander?'
In onze Sint-Pieter in de bandenkerk werden alle ouders die vorig jaar in een van onze drie kerken hun kindje lieten dopen, speciaal uitgenodigd tijdens de viering van 10.30u. Zo’n 300 aanwezigen, waaronder ook een aantal dooppeters en doopmeters, woonden de viering bij.
Ook onze vormelingen waren met velen present. Ze hadden thuis voor de kindjes een wenskaartje gemaakt. En het mag gezegd zijn: het waren echt pareltjes van wenskaartjes.
Het was een gezinsvriendelijke viering. Bij het begin van de viering brachten enkele vormelingen lichtjes aan. Licht stond trouwens centraal in deze viering. Ook in de bezinning:
Op zekere dag vond een oud vrouwtje
een mooie kaars in een oude kast.
Zij keek naar die kaars:
vuurrood met gouden randen.
Plotseling zei de kaars:
‘Ik heb nooit mogen branden,
omdat jij zo zuinig was.
Ik heb altijd in die donkere kast moeten liggen.
Steek mij aan en ik breng je licht’.
Het vrouwtje stak de kaars aan.
Eerst werd het vlammetje kleiner
alsof het wilde weglopen.
En toen werd het opeens groter en groter.
Er kwam dansend licht in de kamer
en de kaars lachte,
zodat er dikke tranen kaarsvet naar beneden liepen.
‘Zie je, ik word kleiner,
maar jij hebt licht.
Zie je, ik brand weg,
maar jij kan de kleuren van de kamer zien.
Ha, nu ben ik pas écht kaars !’
Toen de kaars helemaal was opgebrand,
werd het donker in de kamer,
maar in het hart van het vrouwtje was een lichtje gaan branden….
“Nu begrijp ik je, kaars’,
zei ze
‘je bent pas écht kaars
als je brandt voor een ander
als je je helemaal hebt weggegeven’.
Onze dopelingen mochten we aan Gods nabijheid en zegen toevertrouwen. Een papa bad:
God, goede vader,
wij danken U voor onze kinderen.
Wij danken U
dat wij voor hen mogen leven.
Ontferm U over onze oudertaak
en sterk onze wil
om er Gods kinderen
en mensen-vrienden van te maken.
Amen.
Ieder kreeg een speciaal ‘lichtmis’kaarsje… of beter de meesten. We waren met meer dan we hadden verwacht, dus konden we per koppel maar één kaarsje aanbieden. Het kaarsje hield een opdracht in: we werden op weg gezonden om een licht te zijn voor al wie ons toevertrouwd is en voor al wie we ontmoeten.
De viering eindigde met een wens:
Je hebt iets uit de hemel meegenomen,
je hebt iets van een engel meegebracht.
We zien het als je ligt te slapen
daar in je wiegje midden in de nacht.
We hopen dat wanneer je zult gaan groeien
dat stukje hemel in je blijft bestaan
en dat dat beetje paradijs van boven
je hele leven met je mee zal gaan.
Daarna kregen de mama’s en papa’s het doopaandenken. Aansluitend mochten we elkaar ontmoeten tijdens een gezellige, verzorgde receptie.