top of page

 

Advent 
   
   2de zondag

F1132g49.jpg
25/FEB

Debate: God in the Modern World

Wednesday, February 25 at 15:00

29/FEB

Easter Prayers

Sunday, February 29 at 19:00

"So do not fear, for I am with you; do not be dismayed, for I am your God. I will strengthen you and help you; I will uphold you with my righteous right hand."

Isaiah 41:10

AN INCLUSIVE COMMUNITY FOR ALL WHO

EERSTE LEZING
     Uit de profeet Jesaja (40,1-5.9-11)
 
'Troost, troost mijn volk', zegt uw God.
'Spreek tot het hart van Jeruzalem
en roep het toe dat zijn diensttijd voorbij is,
dat zijn schuld is voldaan,
dat het uit de hand van de Heer
een dubbele straf voor al zijn zonden ontvangen heeft.'
Luister, iemand roept:
'Bereid de Heer een weg in de woestijn,
in het dorre land, een rechte baan voor onze God.
Elk dal moet worden opgehoogd,
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven;
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte.
De heerlijkheid van de Heer zal zich openbaren,
en alle mensen zullen haar zien,
want de mond van de Heer heeft gesproken.'
 
Klim op een hoge berg, met uw boodschap van vreugde, Sion,
verhef met kracht uw stem, Jeruzalem, bode van vreugde,
verhef haar, en wees niet bang.
Zeg tegen de steden van Juda: 'Hier is uw God.'
Hier is de Heer God.
Hij komt in kracht; de heerschappij is in zijn hand;
kijk, zijn loon draagt Hij met zich mee,
en zijn werk gaat voor Hem uit.
Als een herder zal Hij zijn kudde weiden;
in zijn arm brengt Hij de lammeren samen
en Hij draagt ze aan zijn borst
terwijl Hij de ooien leidt.


 

TWEEDE LEZING
     Uit de tweede brief van Petrus (3,8-14)
 
Geliefden,
 
Eén ding mag u niet ontgaan:
voor de Heer is één dag als duizend jaren
en duizend jaren als één dag.
De Heer talmt niet met zijn belofte,
zoals sommigen menen die van vertraging spreken,
maar Hij heeft geduld met u,
omdat Hij wil dat allen tot inkeer komen
en niemand verloren gaat.
Maar de dag van de Heer zal komen als een dief.
Dan zullen de hemelse sferen dreunend vergaan
en de elementen door vuur worden verteerd;
en de aarde,
en de op aarde verrichte daden zullen nog gevonden worden.
Wanneer alles zo vergaat,
hoe moet u dan uitmunten door een heilig en vroom leven!
Kijk vol verwachting uit naar de dag van God
en bespoedig zijn komst.
Op die dag zullen de hemelse sferen in vlammen opgaan
en de elementen wegsmelten in de vuurgloed.
Maar volgens zijn belofte
verwachten wij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde,
waar gerechtigheid zal wonen.
Nu u dit verwacht, geliefden, moet u uw best doen
om onbevlekt en onberispelijk te worden aangetroffen,
in vrede.

 


EVANGELIE
    

     Uit de blijde boodschap van onze Heer Jezus
     zoals die voor ons werd opgetekend door Marcus (1,1-8)
 
Het begin van het evangelie van Jezus Christus,
Zoon van God.
 
Zoals geschreven staat bij de profeet Jesaja:
‘Zie, ik stuur mijn bode voor u uit,
hij zal een weg voor u banen.
Luid klinkt zijn stem in de woestijn:
"Maak gereed de weg voor de Heer,
maak recht zijn paden!"'
Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging
en de mensen opriep
zich te laten dopen en tot inkeer te komen,
opdat hun zonden vergeven zouden wor­den.
Alle inwoners van Judea en Jeruzalem
stroomden naar hem toe
om zich door hem in de rivier de Jordaan te laten dopen,
terwijl ze hun zonden beleden.
Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar
en een leren riem om zijn middel;
hij leefde van sprinkhanen en wilde honing.
Hij verkondigde:
‘Na mij komt er iemand die meer vermag dan ik;
ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken
en de riem van zijn sandalen los te maken.
Ik heb jullie gedoopt met water,
maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’

OVERWEGING

Op deze tweede zondag van de Advent treedt Johannes de Doper naar voren. Zijn oproep weerklinkt vandaag over de stad waar wij wonen, zoals eertijds over de Jordaanvallei nabij Jeruzalem: "Bekeer u! Bereid de weg van de Heer! Maak de paden recht!" Dat betekent dat wij in ieder geval hoopvol mogen uitzien naar een nieuwe komst van onze reddende God in ons hart, maar ook dat wij die komst kunnen voorbereiden en mogelijk maken door onze innerlijke houding te veranderen, te bekeren.

Misschien denken wij toch wat te vlug dat wij eigenlijk niet veel bekering nodig hebben. Maar het is juist tegen de zelfgenoegzaamheid van diegenen die menen dat zij het eigenlijk nog niet zo slecht doen, dat vandaag het scherpe verwijt klinkt van de Doper: "Bekeer u! Het is hoog tijd! De bijl ligt aan de wortel!" Zijn dreigementen zijn niet bedoeld om ons te doen ineenkrimpen van schrik, maar integendeel om ons wakker te schudden. De goede vruchten mogen nu echt niet lang meer op zich laten wachten. De tijd dringt!

Wat staat er ons dan nu zo dringend te doen om ons te “bekeren”?

Bekering betekent de dagelijkse aandacht van ons leven meer keren in drie richtingen, drie prioriteiten weer centraal stellen: God, onze eigen eerlijkheid en onze hulp aan de zwakkeren.

Eerst en vooral een ommekeer, weg van onze zelfingenomenheid, meer naar God toe. Een verbondenheid dus, meer met Diegene die ons het echte leven brengt, dan met de afgoden die bij ons stilaan zijn binnengeslopen. Johannes wordt voorgesteld als de ‘nieuwe Elia’, de grote profeet die erin geslaagd was het Joodse volk terug te brengen van de afgoderij aan Baäl naar het geloof in de ware God.

Welke zijn dan in onze tijd de moderne afgoden, die in ons leven zijn binnengeslopen, en waarvan Johannes ons vandaag wil bevrijden? Heden ten dage is dat misschien wel onze overdreven zucht naar onafhankelijkheid en vrijheid. Op zichzelf zeker een goede eigenschap, maar wij kunnen de zucht naar autonomie zo gaan overdrijven, dat die eigen vrijheid een absolute must wordt, een afgod, en dus een hinderpaal om de trouwe samenhorigheid te beleven met diegenen die ons graag zien.

Een andere moderne afgod is wellicht het overbenadrukken van onze eigen rechten, zonder aandacht voor de plichten of de verantwoordelijkheid die wij hebben tegenover diegenen met wie wij dagelijks samenwerken. Of misschien het moderne “doemdenken”, een gedachtestroom die op voorhand niet wil aanvaarden dat er in onze wereld een diepere zin en eenheid zou kunnen bestaan, maar die zegt zeker te zijn is dat alles zal verdwijnen in het niets.

Van die moderne afgoden wil Johannes ons bevrijden en hij wil ons terugbrengen naar de enig ware God van ons leven: naar Diegene die ons telkens opnieuw hoopvol op weg zet om onze aarde mee om te vormen tot een rijk waar mensen samenleven in grotere gerechtigheid en vrede. Wij worden uitgenodigd van ons hart weer een woning te maken waar die God een ereplaats krijgt. In de Adventstijd zullen wij dus weer proberen wat meer tijd te maken voor gebed en evangelielezing, voor bezinning en overleg met onze God over de belangrijke beslissingen en opties van ons leven.

Bekering betekent ten tweede een ommekeer weg van onze leugenachtigheid terug naar meer eerlijkheid over en in onszelf. Johannes roept ons op onze innerlijke kronkelpaden recht te trekken, de dubbelzinnigheden en de compromissen op te heffen waarin wij ons de laatste tijd hebben gekronkeld om ons tweeslachtig gedrag te verrechtvaardigen. Er komen namelijk wel eens periodes in een mensenleven waarin men verlangt te proeven van alle mogelijke ervaringen en dan nog wel terzelfder tijd. Maar dit leidt onvermijdelijk tot illusies, tot hypocrisie en tot dubbelzinnigheden. Johannes herinnert er ons aan dat een hiërarchie van waarden levensnoodzakelijk is; dat er dingen in ons leven van allereerste prioriteit zijn, andere een secundair belang hebben en nog andere duidelijk bijkomstig blijven.

Wat allerbelangrijkst is, verdient dan ook de meeste tijd en energie: de liefde in ons gezin, de aandacht voor de kinderen, de edelmoedige en eerlijke inzet voor ons beroep. En daarvoor moet desnoods wijken wat secundair is, onze ontspanning, of wat duidelijk bijkomstig is, onze individuele pleziertjes. Alles samen willen beleven en met even grote intensiteit brengt ons tot dubbelzinnigheid en huichelarij. Neen, echt leven vraagt keuzes, dus mét prioriteiten en mét grenzen. Advent is de tijd om onze belangrijke levenskeuzes te vernieuwen, zodat wij opnieuw gaan handelen in grotere echtheid en eerlijkheid met onszelf.

Bekering betekent te derde een ommekeer weg van onze zelfzucht, meer naar de anderen toe. Johannes roept ons op goede vruchten van dienstbaarheid voort te brengen. Dit is de tijd om nieuwe kansen te geven aan armen en kleineren, om te delen met de zwakkeren uit onze buurt. Wij zullen Gods paden recht maken als wij opnieuw durven rechtvaardig zijn, ook tegenover de geringen, diegenen die weinig kunnen laten gelden om hun rechten te verdedigen. Dit is de tijd om de mensennood te lenigen van wie aan de rand gesukkeld is. In de advent zal ‘Welzijnszorg’ onze hulp nodig hebben. Hoe zou God mens kunnen worden onder ons, als wijzelf niet méér mens worden voor elkaar?

Dit is de bekering, de innerlijke verandering waartoe Johannes ons vandaag oproept: ommekeer tot God, ommekeer tot eerlijkheid in onszelf, ommekeer tot de zwakkeren in onze buurt. Wij weten het op voorhand: de vreugde van Kerstmis wordt ervaren door diegenen die zich in deze adventsweken voorbereiden, niet alleen op een feest van geschenken en lichtjes, maar vooral op een viering waar de Liefde weer mag geboren worden, op de eerste plaats in ons eigen hart, en dus ook in onze wereld.
 

Frans Mistiaen, s.j.

bijbel.jpg

bottom of page